Communiqué - Stopzetting monetaire financiering geformaliseerd - 02-07-2021
Gemeenschappelijke verklaring van de Centrale Bank van Suriname en het ministerie van Financiën en Planning
Hedenmiddag 2 juli 2021 tekenden governor Maurice Roemer van de Centrale Bank van Suriname en minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning een Memorandum of Understanding (MoU), waarin het beleid van niet-monetaire financiering is geformaliseerd. Deze verklaring is een belangrijke stap in de wederopbouw van goed financieel en monetair bestuur in ons land. Na het aantreden van de regering in juli 2020 werden niet alleen de leningen stopgezet, maar is ook direct een halt toegeroepen aan de monetaire financiering van overheidsuitgaven. Dat beleid heeft mede geholpen om de wisselkoersen en daarmee de inflatie onder controle te brengen. Door de ondertekening van het MoU is dat beleid nu geformaliseerd. Het MoU zal in binnen- en buitenland het vertrouwen in de economie en in het bestuur van het land verder helpen verbeteren.
Paramaribo, 02 juli 2021
Communiqué - Stopzetting monetaire financiering geformaliseerd - 02-07-2021
Gemeenschappelijke verklaring van de Centrale Bank van Suriname en het ministerie van Financiën en Planning
Hedenmiddag 2 juli 2021 tekenden governor Maurice Roemer van de Centrale Bank van Suriname en minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning een Memorandum of Understanding (MoU), waarin het beleid van niet-monetaire financiering is geformaliseerd. Deze verklaring is een belangrijke stap in de wederopbouw van goed financieel en monetair bestuur in ons land. Na het aantreden van de regering in juli 2020 werden niet alleen de leningen stopgezet, maar is ook direct een halt toegeroepen aan de monetaire financiering van overheidsuitgaven. Dat beleid heeft mede geholpen om de wisselkoersen en daarmee de inflatie onder controle te brengen. Door de ondertekening van het MoU is dat beleid nu geformaliseerd. Het MoU zal in binnen- en buitenland het vertrouwen in de economie en in het bestuur van het land verder helpen verbeteren.
Paramaribo, 02 juli 2021
Communiqué - Termijndeposito's van 20 procent - 14-06-2021
Beleggers mogen ingaande maandag 14 juni 2021 contact opnemen met hun algemene bank (met inachtneming van de aangepaste Covid dienstverlening van elke bank) over het 3-maands termijndeposito dat banken ten behoeve van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) tegen 20 procent rente op jaarbasis zullen aanbieden. Rechtstreekse belegging via de CBvS is niet mogelijk.
Bepaalde algemene banken zullen vanaf 14 juni 2021 het termijndepositocontract afsluiten met hun cliënten, terwijl andere algemene banken de aanvraag van het termijndeposito vanaf 14 juni 2021 zullen verzamelen en een gezamenlijke ingangsdatum van 1 juli 2021 afspreken.
Beleggen kan met uw giro en/of spaarmiddelen bij de banken of met cash SRDs. Er geldt een minimale inleg van SRD 5000. Algemene banken zijn vrij om beleggers die met cash SRDs naar de bank komen een financiële prikkel te geven, zoals een hogere rente.
De algemene banken zullen de aangetrokken middelen aanhouden bij de CBvS. Op vervaldatum zal de CBvS de hoofdsom, rente en kostenvergoeding voor de algemene banken overmaken. De CBvS heeft in dit kader middels een garantstellingsbrief naar de banken de hoofdsom, de rente en kostenvergoeding vastgelegd.
De algemene banken zullen vervolgens de hoofdsom en rente op vervaldatum overmaken naar de beleggers, conform het termijndepositocontract tussen de algemene bank en haar cliënt.
De CBvS en de algemene banken roepen het publiek nogmaals op om maximaal gebruik te maken van deze beleggingsmogelijkheid, vooral met uw cash SRDs, aangezien dit 3-maands termijndeposito niet alleen een aantrekkelijk rendement oplevert, maar ook zal bijdragen aan de verdere stabilisering van de wisselkoers.
Paramaribo, 13 juni 2021
Centrale Bank van Suriname Surinaamse Bankiersvereniging
Communiqué - 23 juni 2021
Na overleg met de regering heeft de Centrale Bank van Suriname besloten de dienstbetrekking met de directeuren dr. W. Orie en drs. M. Soekhnandan, MSc in gemeen overleg te beëindigen per 1 juli 2021.
De heren W. Orie en M. Soekhnandan waren vele jaren in dienst van de Bank en zijn in maart 2019 benoemd tot resp. directeur Monetaire en Economische Zaken (DME) en directeur Bankbedrijf en Bancaire Zaken (DBB). De Bank heeft inmiddels de nodige voorzieningen getroffen en zal de opengevallen posities spoedig invullen.
Paramaribo, 23 juni 2021
CENTRALE BANK VAN SURINAME
Maurice L. Roemer
Governor
CBvS adopteert Actieplan voor Governance Hervormingen - 12 juni 2021
In het kader van het IMF-programma heeft het International Monetair Fonds (IMF) een evaluatie uitgevoerd van de governance en het beheersingskader van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). De bevindingen en aanbevelingen van deze evaluatie zijn vastgelegd in een Safeguards Assessment Report (het Rapport). Het opvolgen van de aanbevelingen uit het Rapport is op zijn minst even belangrijk als het doorvoeren van de voorgestelde macro-economische hervormingen.
Het Rapport is confidentieel en wordt alleen aan de CBvS beschikbaar gesteld. De IMF-Executive Board wordt slechts geïnformeerd over de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen in samenvattende vorm en ontvangt om de twee jaar thematische rapportages. Het uiteindelijke doel van de aanbevelingen is dat het IMF, met het uitvoeren van de aanbevelingen door de CBvS, redelijke zekerheid verkrijgt dat het rapportage- en beheersingskader van de CBvS adequaat genoeg is om de door haar verstrekte middelen te beheren. Het IMF blijft de CBvS volgen zolang zij middelen heeft uitstaan bij de CBvS, dus ook al zou het programma feitelijk reeds geëindigd zijn.
In 2016 was er ook een Safeguard Rapport uitgebracht met aanbevelingen.
De bevindingen en aanbevelingen van het IMF spitsen zich op (5) vijf belangrijke gebieden van governance binnen een centrale bank. De gebieden kunnen worden weergeven middels het acroniem ELRIC, te weten:
- External audit mechanism: de publicatie van de jaarrekening van een centrale bank die onafhankelijk is gecontroleerd in overeenstemming met internationale standaarden, is een essentiële vereiste van het Safeguardsbeleid. De beoordeling kijkt ook naar het proces voor de selectie en roulatie van externe accountants, de kwaliteit van de audit en de communicatie van de accountants met bestuursorganen zoals het bestuur van de centrale bank en de Audit Commissie.
- Legal structure and independence: overheidsbemoeienis kan de autonomie van een centrale bank ondermijnen en de aan haar activiteiten verbonden risico's vergroten. Beoordelingen zijn gericht op wet- en regelgeving die van invloed zijn op de autonomie, transparantie en governance van de centrale bank. De beoordeling gaat ook na als het wettelijk kader de andere vier ELRIC-gebieden ondersteunt.
- Financial Reporting: Safeguards Assessments gaan na als de centrale bank zich houdt aan internationale gangbare gebruiken voor transparante boekhouding en financiële verslaglegging. Het gebruik van internationaal erkende standaarden maakt consistentie en betrouwbare rapportage mogelijk. Vanwege het belang van monetaire gegevens die in het kader van IMF-programma's worden gerapporteerd, wordt de consistentie tussen gepubliceerde financiële informatie en de onderliggende boekhoudgegevens nauwkeurig gecontroleerd.
- Internal audit mechanism: de rol van de interne auditfunctie is het evalueren van de effectiviteit van risicomanagement-, beheersings- en governance processen binnen een centrale bank. Het IMF gaat na als de internal audit voldoende capaciteit en organisatorische onafhankelijkheid heeft om haar mandaat te vervullen. De beoordeling gaat ook na in hoeverre internationale standaarden worden nageleefd.
- System of Internal Controls: een goede governance, goed beleid en correcte procedures zijn noodzakelijk om de activa van een centrale bank te beschermen en de risico's ervan te beheersen. Beoordelingen zijn gericht op toezicht door de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen (RvC) en de Audit Commissie van de bank, en op de beheersmaatregelen voor deviezenbeheer, boekhouding, bankieren, valuta- en kluisoperaties, en de rapportage van monetaire data aan het IMF.
Enkele van de aanbevelingen die zijn opgenomen in het Rapport waren reeds onderdeel van de vele hervormingen die vanaf het tweede kwartaal van 2020 binnen de CBvS zijn ingezet.
Op 31 mei 2021 heeft de RvC een Actieplan voor Governance Hervormingen binnen de CBvS, welke eveneens is besproken met het IMF, goedgekeurd. Het actieplan zal minimaal éénmaal per kwartaal geëvalueerd worden door de RvC en waar nodig worden bijgewerkt.